De oorzaak en aanleiding
Mobutu Sese Seko bron 2
Wat is de oorzaak van dit conflict?
Oorzaak
De oorzaak van het conflict in Kongo is al afkomstig vanaf het einde van de eerste wereldoorlog. Tijdens de eerste wereldoorlog was Rwanda een kolonie van de Duitsers. De Duitsers bemoeiden zich in die tijd echter weinig met dit gebied. Na de eerste wereldoorlog, toen Duitsland in 1918 overwonnen werd, werd de kolonie Rwanda toegewezen aan België. In tegenstelling tot de Duitsers bemoeide de Belgen zich zeer met Rwanda en vooral met de Hutu’s en de Tutsi’s die er woonden. De Hutu’s waren namelijk een grote meerderheid, maar het land werd bestuurd door een koninklijke familie van Tutsi’s. Ook een groot deel van de Adel bestond uit Tutsi’s. De Hutu’s waren overwegend arm. De Belgen wilden de Tutsi minderheid compenseren door hen om te vormen in een elite. Doordat de Tutsi’s zo machtig werden onderdrukten zij de Hutu’s op een wrede manier waarbij zij werden gesteund door de Belgen. In 1962 was de heerschappij van de Belgen in Rwanda voorbij en werd Rwanda officieel onafhankelijk. De spanningen tussen de Hutu’s en de Tutsi’s waren echter niet verdwenen. Later in 1962 werd de Tutsi elite verdreven door de Hutu’s, die daarna de macht in Rwanda overnamen. In 1990 vielen de Tutsi’s Rwanda binnen met het ‘Front Patriotique Rwandais’ met het doel zich er blijvend te vestigen.
Aanleiding
De aanleiding van het conflict in de democratische republiek Congo ligt terug in 1994, toen de Rwandese genocide plaatsvond. Tijdens deze genocide werden binnen honderd dagen ongeveer 500.000 tot één miljoen Tutsi’s en gematigde Hutu’s vermoord. In deze periode vluchtten zeer veel Hutu’s vanuit Rwanda naar Congo, dat toentertijd Zaïre werd genoemd. Daar kwamen zij terecht in vluchtelingen kampen, die al snel onder leiding kwamen te staan van Interahamwe-milities. Dat waren Hutu-milities die een grote rol speelden bij de Rwandese genocide. Om invallen in Rwanda te voorkomen viel het Rwandese leger, dat vooral bestond uit Tutsi’s, het oosten van Zaïre binnen. Zij werden daarbij gesteund door soldaten uit Burundi en Oeganda. Rwanda en Burundi steunden ook de rebellen groepen die onder leiding van Laurent-Desiré Kabila (bron 3) de president van Zaïre, Mobutu Sese Seko (zie bron 2), wilden verdrijven. Zij steunden de rebellen door middel van het leveren van wapens. In 1997 lukten het de rebellen om Mobutu te verdrijven. Sindsdien heet Zaïre ‘de Democratische Republiek Congo’.
Later keerde Kabila zijn vroegere bondgenoot Rwanda de rug toe. In 1998 zette Kabila alle Tutsi’s uit de regering en zette hij Rwandese en Oegandese functionarissen het land uit. Hierdoor kwamen de Tutsi’s vrijwel meteen in opstand, waarbij ze hulp kregen van Rwandese troepen. Om Oost-Congo te bevrijden van de Rwandese bezetters, riep Kabila de hulp in van Hutu rebellen in Oost-Congo. Als reactie hierop sloten de Tutsi’s in Rwanda een bondgenootschap met Burundi en Oeganda. Congo werd gesteund door Zimbabwe en Angola.
Oorzaak
De oorzaak van het conflict in Kongo is al afkomstig vanaf het einde van de eerste wereldoorlog. Tijdens de eerste wereldoorlog was Rwanda een kolonie van de Duitsers. De Duitsers bemoeiden zich in die tijd echter weinig met dit gebied. Na de eerste wereldoorlog, toen Duitsland in 1918 overwonnen werd, werd de kolonie Rwanda toegewezen aan België. In tegenstelling tot de Duitsers bemoeide de Belgen zich zeer met Rwanda en vooral met de Hutu’s en de Tutsi’s die er woonden. De Hutu’s waren namelijk een grote meerderheid, maar het land werd bestuurd door een koninklijke familie van Tutsi’s. Ook een groot deel van de Adel bestond uit Tutsi’s. De Hutu’s waren overwegend arm. De Belgen wilden de Tutsi minderheid compenseren door hen om te vormen in een elite. Doordat de Tutsi’s zo machtig werden onderdrukten zij de Hutu’s op een wrede manier waarbij zij werden gesteund door de Belgen. In 1962 was de heerschappij van de Belgen in Rwanda voorbij en werd Rwanda officieel onafhankelijk. De spanningen tussen de Hutu’s en de Tutsi’s waren echter niet verdwenen. Later in 1962 werd de Tutsi elite verdreven door de Hutu’s, die daarna de macht in Rwanda overnamen. In 1990 vielen de Tutsi’s Rwanda binnen met het ‘Front Patriotique Rwandais’ met het doel zich er blijvend te vestigen.
Aanleiding
De aanleiding van het conflict in de democratische republiek Congo ligt terug in 1994, toen de Rwandese genocide plaatsvond. Tijdens deze genocide werden binnen honderd dagen ongeveer 500.000 tot één miljoen Tutsi’s en gematigde Hutu’s vermoord. In deze periode vluchtten zeer veel Hutu’s vanuit Rwanda naar Congo, dat toentertijd Zaïre werd genoemd. Daar kwamen zij terecht in vluchtelingen kampen, die al snel onder leiding kwamen te staan van Interahamwe-milities. Dat waren Hutu-milities die een grote rol speelden bij de Rwandese genocide. Om invallen in Rwanda te voorkomen viel het Rwandese leger, dat vooral bestond uit Tutsi’s, het oosten van Zaïre binnen. Zij werden daarbij gesteund door soldaten uit Burundi en Oeganda. Rwanda en Burundi steunden ook de rebellen groepen die onder leiding van Laurent-Desiré Kabila (bron 3) de president van Zaïre, Mobutu Sese Seko (zie bron 2), wilden verdrijven. Zij steunden de rebellen door middel van het leveren van wapens. In 1997 lukten het de rebellen om Mobutu te verdrijven. Sindsdien heet Zaïre ‘de Democratische Republiek Congo’.
Later keerde Kabila zijn vroegere bondgenoot Rwanda de rug toe. In 1998 zette Kabila alle Tutsi’s uit de regering en zette hij Rwandese en Oegandese functionarissen het land uit. Hierdoor kwamen de Tutsi’s vrijwel meteen in opstand, waarbij ze hulp kregen van Rwandese troepen. Om Oost-Congo te bevrijden van de Rwandese bezetters, riep Kabila de hulp in van Hutu rebellen in Oost-Congo. Als reactie hierop sloten de Tutsi’s in Rwanda een bondgenootschap met Burundi en Oeganda. Congo werd gesteund door Zimbabwe en Angola.